HeatBooster

by SDR Engineering

Configuratiewizard

Bezig met laden, even geduld...

Welkom! Met behulp van deze configuratiewizard kunt u uw HeatBooster configureren.

Taal


Configuratie herstellen/opslaan

Standaardinstellingen herstellen


Configuratie importeren/exporteren

Algemene configuratie

Naam

Let op: de naam moet uniek zijn en mag alleen letters, cijfers en mintekens ("-") bevatten. Voorbeeld: "woonkamer-voor".

Werkmodus

Slave modus configuratie

Voorbeeld: "woonkamer-achter"

WiFi configuratie

Beschikbare netwerken

Klik op '<<<' om de netwerknaam automatisch in te voeren in het veld hieronder.

Verbindingsgegevens

Verbindingsinformatie

Controleer of de WiFi verbinding tot stand komt met de hierboven ingevulde gegevens door op "Test verbinding" te klikken.

Tip: deze configuratiepagina is na het configureren beschikbaar onder http://IPADRES (e.g. http://192.168.1.123).

Verbinding:
IP-adres:
RSSI: dB

Opmerking: de WiFi-signaalsterkte (RSSI) dient hoger te zijn dan -80 dB voor een goede verbinding (e.g. -75 dB is OK).

Configuratiepagina

Let op: dit zorgt ervoor dat iedereen binnen dit netwerk toegang krijgt tot deze pagina. Stel een toegangscode in om de toegang door derden te beperken.

Tip: als u hierboven de WiFi verbinding test wordt het IP-adres van de HeatBooster getoond wanneer deze verbonden is met uw eigen netwerk. Dit is tevens het adres waarop u via een webbrowser de WebApp kunt benaderen.

U kunt een toegangscode voor de WebApp instellen. Deze toegangscode wordt alleen gevraagd indien u de HeatBooster niet in de configuratiemodus heeft gezet en de WebApp probeert te benaderen via het IP-adres. Als u dit veld leeg laat wordt er geen toegangscode gevraagd.

Let op: de gebruikersnaam is altijd "admin".

MQTT configuratie

MQTT server

Home Assistant

Opmerking: het kan tot 30 minuten duren tot de HeatBooster volledig zichtbaar wordt in Home Assistant.

Hierarchie

Met hierarchie ingeschakeld wordt alle data onder het topic "heatbooster" gepubliceerd. Dit helpt om de MQTT broker overzichtelijk te houden wanneer veel topics actief zijn.

Voorbeeld: MQTT topic met hierarchie ingeschakeld is "heatbooster/module-naam/sensor", MQTT topic met hierarchie uitgeschakeld is "module-naam/sensor".

Opmerking: indien gebruik gemaakt wordt van de MQTT slave mode, moeten zowel de master als de slave hier dezelfde instelling gebruiken.

Regelparameters

Ruimtetemperatuurregeling

De HeatBooster kan de ruimtetemperatuur bijregelen door de ventilatorsnelheid aan te passen. Wanneer deze functie is ingeschakeld zal de ventilatorsnelheid geregeld worden aan de hand van de ruimtetemperatuur, wanneer deze functie is uitgeschakeld wordt de ventilatorsnelheid geregeld op basis van de watertemperatuur.

Let op: gebruik deze functie alleen in ruimtes waar geen thermostaat aanwezig is om te voorkomen dat de regelingen elkaar beïnvloeden.

De doeltemperatuur kan tevens via MQTT/Home Assistant aangepast worden.

Ontdooicyclusdetectie

Wanneer u gebruik maakt van een warmtepomp kan er automatisch gedetecteerd worden wanneer een ontdooicyclus van de buitenunit plaatsvindt (defrosting). De ontdooicyclusdetectie zal de ventilatoren dan tijdelijk uitschakelen. Dit verbetert de tijd en efficientie van de ontdooicyclus Gebruik deze functie niet wanneer u een gasgestookte CV-ketel heeft.

Schakelpunten

℃/min.
℃/min.
Indien de mate van verandering (afgeleide) van de inlaatwatertemperatuur lager is dan dT/dt start gedurende 1 minuut, wordt aangenomen dat een ontdooicyclus is begonnen en zullen de ventilatoren uitgeschakeld worden. Wanneer daarna de mate van verandering hoger is dan dT/dt einde wordt de normale regeling hervat. Timeout is 10 minuten.

Opstartondersteuning

Veel warmtepompen starten op maximaal thermisch vermogen om de compressorsmering en thermodynamische huishouding te garanderen. Indien het afgiftesysteem deze warmte niet kwijtraakt, kan het zijn dat de warmtepomp gaat pendelen. Deze opstartondersteuningsfunctie zorgt ervoor dat de ventilatoren tijdelijk op maximale snelheid werken wanneer een opstartcyclus gedetecteerd wordt, waarmee pendelen voorkomen kan worden. Gebruik deze functie niet wanneer u een gasgestookte CV-ketel heeft.

Ventilatorsnelheid tijdens opstartondersteuning

%

Schakelpunten

℃/min.
℃/min.
Indien de mate van verandering (afgeleide) van de inlaatwatertemperatuur groter is dan dT/dt start gedurende 2 minuten wordt aangenomen dat een opstartcyclus is begonnen en zullen de ventilatoren op maximale snelheid gaan draaien. Wanneer daarna de mate van verandering minder is dan dT/dt einde gedurende 2 minuten wordt de normale regeling hervat. Timeout is 20 minuten.

Automatische boost-functie

Om de ruimte sneller op te warmen kan de boost-functie automatisch geactiveerd worden wanneer de ruimtetemperatuur lager is dan de ingestelde drempeltemperatuur. De boost-modus wordt ook automatisch gedeactiveerd wanneer de temperatuur 0.25 graden hoger is dan de drempeltemperatuur.

Geavanceerde regelparameters

Indien gewenst kunnen de geavanceerde parameters voor de regeling aangepast worden om het gedrag verder op uw wensen af te stemmen.

Let op: aanpassingen aan deze parameters kunnen de werking negatief beinvloeden. Herstel in dat geval de standaardinstellingen.

Getallen dienen in het format "000.00" of "000" ingevoerd te worden. Ongeldige waarden zullen na het opslaan van de parameters gecorrigeerd worden.

Tip: standaardwaarden worden tussen haakjes vermeld achter de parameter.

In/uitschakelgedrag

De ventilatoren worden ingeschakeld wanneer er een voldoende groot temperatuurverschil ontstaat tussen de inlaatwatertemperatuur en de omgevingstemperatuur. In de figuur hieronder is grafisch weergegeven bij welk temperatuurverschil de ventilatoren zullen worden in/uitgeschakeld op basis van parameters Te en Th.

Te bepaalt wanneer de ventilatoren worden ingeschakeld en het snelheidsprofiel zullen gaan volgen.

Th bepaalt het temperatuurverschil tussen het aan- en afschakelen (hysterese) rondom Te. Een hogere waarde voor Th onderdrukt pendelgedrag (het herhaaldelijk aan- en uitschakelen van de ventilatoren als de temperatuur rond de inschakeltemperatuur ligt).

Voorbeeld: met Th=2.0 moet het temperatuurverschil 1 graad boven de waarde van Te komen voordat de ventilatoren worden ingeschakeld, en 1 graad eronder zakken alvorens ze weer worden uitgeschakeld (totale hysterese is 2 graden).

Snelheidsprofiel (verwarmen)

In de figuur hieronder is grafisch weergegeven wat de ventilatorsnelheid is als functie van de aanvoertemperatuur van het water. De ventilatorsnelheid wordt bepaald door de gemeten aanvoertemperatuur van het water Tinlet, de temperatuur voor 0% snelheid Ts1, de temperatuur voor de hoogste snelheid Ts2, en de maximale snelheid Shmax.

Voorbeeld: Ts1=30.0℃, Ts2=40.0℃, Shmax=80% en Tinlet=35℃, dan is de ventilatorsnelheid 40%.

Ts1 is de aanvoertemperatuur welke hoort bij 0% ventilatorsnelheid. Als de watertemperatuur lager is dan Ts1 blijven de ventilatoren op de laagste snelheid (1%) draaien.

Ts2 is de aanvoertemperatuur welke hoort bij de maximale ventilatorsnelheid (Shmax). Als de watertemperatuur hoger is dan Ts2 blijven de ventilatoren op de hoogste snelheid (Shmax) draaien.

Shmax is de maximale ventilatorsnelheid.

%
%

Tip: om de regelcurve aan te passen kan Shmax in boost mode hoger zijn dan 100%, waardoor effectief Ts2 wordt verlaagd, en het effect van de boost mode wordt vergroot.

Snelheidsprofiel (koelen)

In de koelmodus wordt een vaste ventilatorsnelheid Sc toegepast.

%
%

Ruimtetemperatuurregeling

Kp is de regelgevoeligheid voor de ruimtetemperatuurcompensatie.

%/graad

Let op: een te grote waarde kan zorgen voor een instabiele regeling.

Ki is de regelsnelheid voor de ruimtetemperatuurcompensatie.

%/minuut/graad

Let op: een te grote waarde kan zorgen voor een instabiele regeling.

Sensorkalibratie

Hieronder kunt u een offset opgeven voor de temperatuursensoren. Deze offsetwaarde zal opgeteld worden bij de berekende waarde van de bijbehorende temperatuursensor.

Uitschakelvertraging ventilatoren

Hieronder kan de uitschakelvertraging (overrun) van de ventilatoren ingesteld worden. Deze voorkomt dat de ventilatoren pendelen als verschiltemperatuur rond de inschakeldrempel schommelt, en beperkt tevens de snelheidsafname van de ventilatoren (indien ruimtetemperatuurregeling uitgeschakeld). Snelheidsafname van 100% naar 0% duurt net zo lang als de uitschakelvertraging, snelheidstoename wordt niet beperkt.

minuten

Overige instellingen

Snelheidsregeling

De ventilatorsnelheid wordt normaliter volledig dynamisch geregeld. Indien gewenst kunnen echter ook vaste stappen gebruikt worden, wat kan helpen om bijgeluiden (e.g. resonanties) bij bepaalde ventilatorsnelheden te voorkomen.

Hieronder kunt u 5 ventilatorsnelheden ingeven, welke aan de hand van de doelsnelheid zullen worden geselecteerd. Deze zullen enkel gebruikt worden indien u hierboven kiest voor "Gebruik vaste snelheden".

%
%
%
%
%

Opmerking: de WebApp en MQTT geven altijd de doelsnelheid aan, niet de daadwerkelijke snelheid.

Status LED

De HeatBooster is voorzien van een status LED welke de huidige status alsmede eventuele verbindingsproblemen aanduidt. Deze LED kan uitgeschakeld worden om hinderlijk licht te voorkomen.

Klaar! Klik hieronder op "Instellingen opslaan en activeren" om de instellingen op te slaan, hierbij zal de HeatBooster opnieuw opstarten en de instellingen toepassen.